Er moet in de gemeente een goede verstandhouding zijn tussen de ambtenaar, de schepen en de verenigingen. Wat bedoelen we daarmee?
- De ambtenaar, de schepen en de verenigingen praten op een open manier met mekaar en luisteren naar mekaar. Er is dialoog en uitwisseling op basis van gelijkheid. Er gaat voldoende aandacht naar ieders verhaal en er is een goede basis van vertrouwen en respect.
- De schepen, de ambtenaar en de verenigingen overleggen regelmatig met elkaar. Hiervoor is er een vaste plek en/of structuur.
- De ambtenaar, de schepen en de verenigingen hebben een goed zicht op elkaars werking. De wederzijdse verwachtingen worden op tafel gelegd en besproken.
Zo worden onduidelijkheden uit de weg geruimd.
Waarom?
Als de gemeentelijke overheid haar plannen en ideeën voorlegt aan de verenigingen en omgekeerd, kunnen de initiatieven op elkaar afgestemd worden en komt men niet in mekaars vaarwater. Een grote bron van ergernis wordt zo omzeild.
Let op!
Er moet overleg zijn met alle mogelijke organisaties. Niet alleen de vertrouwde verenigingen, maar ook buurtwerkingen of tijdelijke groeperingen zijn welkom. Het is essentieel dat iedereen kan aansluiten. Een gemeentelijke adviesraad zou een plek kunnen zijn waar dit soort van overleg plaatsvindt, maar ook andere werkvormen zijn perfect mogelijk.