Veel gemeenten werken met een puntensysteem om subsidies aan verenigingen te geven. Dat brengt altijd heel wat papierwerk met zich mee.
In Peer kiest men voor een basissubsidie. Het principe daarbij is dat soortgelijke verenigingen evenveel krijgen, ongeacht het aantal activiteiten dat ze doen of ongeacht het aantal activiteiten dat ze inrichten.
Zo hebben we in Peer vier Gezinsbonden. Die krijgen dus allemaal evenveel subsidie. Dat maakt dat een kleine vereniging dezelfde kansen krijgt om zich te ontwikkelen als een grote, die soms door lidgelden al extra geld heeft.
Vera Brebels – Verantwoordelijke Vrijwilligersloket Peer